Hartfalen dat ontstaan rond de bevalling wordt Peripartum cardiomyopathie (PPCM) genoemd. Recent is er meer bekend geworden over hoe vrouwen die een risico lopen op deze aandoening beter herkend kunnen worden. Dat is belangrijk, want nu kunnen zorgverleners steeds beter getraind worden om de klachten op te merken. Daarnaast is de behandeling in een internationale richtlijn voor cardiologen vastgelegd.
Wat is Peripartum cardiomyopathie (PPCM)?
PPCM is een aandoening waarbij het hart van de moeder zwakker wordt en minder efficiënt bloed pompt. Dit kan worden gemeten tijdens een onderzoek naar de pompfunctie van het hart (LVEF). De hartkwaal ontwikkelt zich meestal in de laatste maand van de zwangerschap of binnen vijf maanden na de bevalling, in dat laatste geval spreken we van Postpartum Cardiomyopathie (‘na de bevalling’). Het kan echter ook buiten deze maanden voorkomen.
Hoe wordt PPCM gediagnosticeerd?
Klachten van de (aanstaande) moeder die kunnen wijzen op hartfalen zijn:
- Benauwdheid
- Vocht vasthouden (oedeem)
- Opvallende achteruitgang van de conditie
- Hartkloppingen
- Duizeligheid/ flauwvallen
Als deze klachten zich voordoen, is overleg met de huisarts of gynaecoloog belangrijk. Eventueel is aanvullend onderzoek nodig, in de meeste gevallen betekent dit dat de cardioloog een echocardiografie van het hart maakt.
PPCM wordt vastgesteld door andere hartaandoeningen uit te sluiten. Zo weten we zeker dat het niet gaat om een bestaande hartziekte, zoals cardiomyopathie, klepziekten, een ontsteking van de hartspier (myocarditis) of (door chemotherapie veroorzaakte) cardiomyopathie.
Wie loopt risico?
Wereldwijd treft PPCM ongeveer 1 op de 2000 moeders van levend geboren kinderen. Gezien er jaarlijks 165.000 kinderen in Nederland worden geboren, komt dit neer op ruim 80 moeders per jaar. Het komt vaker voor bij vrouwen met een hoge bloeddruk (hypertensie) tijdens de zwangerschap (pre-eclampsie). Etnische verschillen spelen ook een rol: in de Verenigde Staten hebben zwarte vrouwen bijvoorbeeld vier keer meer kans om PPCM te ontwikkelen.
Wat veroorzaakt PPCM?
De oorzaak lijkt een combinatie van vasculaire en hormonale veranderingen in de late zwangerschap te zijn. Waarschijnlijk speelt de genetische achtergrond ook een rol. Ongeveer 15% van de patiënten met PPCM heeft genetische varianten die lijken op andere hartafwijkingen die zonder beschadiging aan of verwijding van de hartspier ontstaan.
Hoe wordt PPCM behandeld?
Bij behandeling worden de richtlijnen voor hartfalen met verminderde pompfunctie (ejectiefractie) gevolgd. Tijdens de zwangerschap kunnen bètablokkers, hydralazine in combinatie met isosorbidedinitraat en plasmiddelen (diuretica) veilig worden gebruikt. Ook bij borstvoeding zijn de meeste standaard medicijnen voor hartfalen acceptabel. Met de juiste medicatie krijgen de meeste vrouwen hun normale hartfunctie weer terug.
Er wordt onderzoek gedaan naar aanvullende behandelingen, zoals bromocriptine, die de afgifte van prolactine remt, hetgeen mogelijk een rol speelt bij de ontwikkeling van PPCM.
Wat zijn de aanbevelingen voor bevalling en borstvoeding?
Vrouwen met PPCM kunnen over het algemeen op natuurlijke wijze bevallen. Ook staat deze aandoening het geven van borstvoeding niet in de weg.
Wat is het advies voor volgende zwangerschappen?
Een nieuwe zwangerschap brengt uitdagingen voor het hart. Het is daarom verstandig om voor een volgende zwangerschap in gesprek te gaan en de persoonlijke situatie te bespreken met een gynaecoloog en cardioloog.
Denkt u dat u mogelijk te maken heeft met PPCM, omdat u tijdens of na de zwangerschap bovenmatig last heeft van vermoeidheid in combinatie met conditieverlies, vochtophoping en benauwdheid? Bespreek dit dan met uw behandelend arts. Hoe sneller het ontdekt wordt, hoe beter. Snelle diagnostiek en behandeling kunnen erger voorkomen.