085 – 303 86 20

Bypassoperatie (CABG)

Bij een bypassoperatie wordt door de hartchirurg een omleidingen (graft of bypass) gemaakt ter plaatse van een ernstige vernauwing (stenose) of afsluiting (occlusie) van een kransslagader.

Hoe gaat het in z'n werk?

Door deze omleiding wordt de bloedtoevoer naar de hartspier hersteld en zal de pijn op de borst verdwijnen en eventueel herstel van de pompfunctie van het hart kunnen optreden. De medische benaming voor een bypassoperatie is CABG (Coronary Artery Bypass Grafting (Coronary Artery = kransslagader, Graft = transplantatie). 

Wat zijn de indicaties voor een bypassoperatie?

Een bypassoperatie is meer belastend voor de patiënt dan een dotterprocedure. Toch zijn er bepaalde indicaties voor een bypass operatie:

  • ernstige vernauwingen in alle 3 de kransvaten
  • ernstige vernauwing aan het begin van de linker kransslagader (hoofdstamstenose)
  • hoog risico of technisch te complex voor een dotterprocedure
  • noodzaak tot een aanvullende klep- of aorta operatie

Er is veel ervaring met deze ingreep en een grotere belasting dan dotteren, maar de operatie verloopt meestal zonder complicaties. De bypassoperatie heeft een relatief lange en succesvolle geschiedenis en wordt al sinds 1967 toegepast.

Welke operatietechnieken worden gebruikt?

Er bestaan verschillende operatietechnieken:

Voor de bypass (omleiding) kan een ader uit het been (veneuze bypass) of een slagader die naar de borstspier loopt worden gebruikt. De borstspier slagaders (LIMA en de RIMA) ontspringen onder het sleutelbeen en worden stroomafwaarts losgemaakt en elders vastgehecht aan de kransslagaders. Als het technisch mogelijk is zal de chirurg zoveel mogelijk gebruik maken van de borstspier slagader omdat deze langer meegaat dan de beenader.

De toegangsweg naar het hart kan verschillen:

Via de “klassieke” weg wordt de borstkas ter plaatse van het borstbeen geopend. Ook wordt steeds vaker een minimaal invasieve manier gekozen waarbij via enkele openingen in de borstkas de operatie wordt uitgevoerd. In beide gevallen wordt het hart, kortdurend, aan de hart-longmachine gelegd zodat de chirurg de bypass(es) goed kan plaatsen.

In sommige gevallen kan een chirurg een bypass plaatsen op een “kloppend hart” en is een hart-longmachine niet nodig. 

Wat gebeurt er met de patiënt rondom een bypassoperatie?

Als voorbereiding op de operatie zal de narcotiseur (anesthesist) de patiënt onderzoeken en met de patiënt het plan doorspreken voor de narcose. 

Na de operatie ligt de patiënt een tot enkele dagen op de intensive care. Pijnstilling is soms nodig en zorgt ervoor dat de patiënt zich comfortabel voelt. Als het mogelijk is wordt aldaar reeds gestart met revalidatie. Wanneer de patiënt terug is op de verpleegafdeling dan zal het revalidatieprogramma worden voortgezet en wordt de patiënt voorbereid op ontslag uit het ziekenhuis. Vaak komt de patiënt nog eenmaal terug op de polikliniek bij de hartchirurg. De volgende poliklinische controles vinden plaats bij de cardioloog.

Veelgestelde vragen

  • Hoe lang duurt het voordat ik hersteld ben van een bypassoperatie?

    Dit kan wisselen per patiënt maar over het algemeen bent u na 1 week weer thuis en zal u na enkele maanden weer alles kunnen doen zoals voorheen met uitzondering dat geen angina pectoris meer heeft.

  • Kan ik zelf kiezen welke operatietechniek ik wil?

    De chirurg zal u een advies geven over de meest veilige en duurzame operatietechniek. U kunt samen met de chirurg de voordelen en nadelen van iedere techniek bespreken en aan de hand daarvan, samen met de chirurg, een beslissing nemen.

  • Waarom kan ik niet gedotterd worden in plaats van de bypassoperatie?

    Soms is een dotterprocedure (PCI) technisch niet mogelijk of is het risico op complicaties te groot. Een bypassoperatie biedt vaak de beste oplossing bij :

    • ernstige vernauwingen in alle 3 de kransvaten
    • ernstige vernauwing aan het begin van de linker kransslagader (hoofdstamstenose)
    • noodzaak tot een aanvullende klep- of aorta operatie