085 – 303 86 20

Atriumfibrilleren

Atriumfibrilleren (ook wel boezemfibrilleren genoemd) is een hartritmestoornis die relatief veel voorkomt. De kans op atriumfibrilleren neemt toe met de leeftijd.

Wat zijn de symptomen?

Hartkloppingen zijn een bekend verschijnsel als gevolg van atriumfibrilleren, maar dat hoeft echter niet. 20% van de patiënten vertoont namelijk geen tekenen of symptomen van de ziekte (asymptomatisch). Wanneer u wel last heeft van hartkloppingen, dan voelen die over het algemeen snel en onregelmatig. 

Aangezien asymptomatisch atriumfibrilleren relatief veel voorkomt, wordt door veel huisartsen de jaarlijkse controle van bloeddruk en bloedwaarden gecombineerd met een ritmeregistratie (ECG). Met name wordt gescreend bij personen met een verhoogde kans op atriumfibrilleren (zie hieronder bij oorzaken). 

Doordat de boezems (atria) niet meer bijdragen het werk dat het hart doet, kunnen naast de eventuele hartkloppingen ook vermoeidheid, benauwdheid, duizeligheid en conditieverlies optreden.

Risico’s van atriumfibrilleren

Naast het feit dat men veel klachten kan hebben van atriumfibrilleren zijn er ook risico’s gerelateerd aan deze hartritmestoornis:

  • Stolselvorming: tijdens het atriumfibrilleren is er sprake van een functionele stilstand van de atria. Hierdoor wordt de bloedstroom in de atria laag en kunnen zich stolsels (thrombi) vormen. Als deze vanuit het linker atrium losschieten kunnen deze stolsels de slagaders naar de hersenen blokkeren (cerebrale embolie) en aanleiding geven tot een beroerte. Ook kunnen stolsels naar andere delen van het lichaam worden versleept (arteriële embolie) en doorbloedingsstoornissen gegeven van ledematen en andere organen.
  • Hartfalen: een langdurig aanwezige snelle hartslag kan leiden tot een vermindering van de pompfunctie van het hart en wordt hartfalen genoemd. Medicijnen die de hartslag verlagen of herstel van het normale (sinus) ritme geven, zullen over het algemeen leiden tot herstel van de pompfunctie en genezing van hartfalen.

Oorzaken

Atriumfibrilleren kan de volgende oorzaken hebben:

Diagnostiek

Iedereen met onverklaarbare hartkloppingen wordt aangeraden een ritme analyse te ondergaan om een hartritmestoornis uit te sluiten dan wel aan te tonen. Het is essentieel om een ECG-registratie te maken als er sprake is van atriumfibrilleren. Dit kan met een klassiek ECG, 24-uur ECG registratie (door middel van een Holter) of zelfs een smartwatch. Als atriumfibrilleren werkelijk is aangetoond kan de cardioloog de juiste behandeling starten. 

Behandeling

De behandeling zal erop gericht zijn om de klachten te verminderen en het risico op complicaties van atriumfibrilleren te verlagen. De behandeling wordt individueel bepaald en is dus niet voor iedereen gelijk. 

  • Antistolling: ter voorkoming van stolselvorming en embolie
  • Herstel en behoud van het normale hartritme (sinusritme) door het geven van medicijnen (Sotalol, Flecainide, Amiodaron).
  • Vertragen van de hartfrequentie waarbij het atriumfibrilleren blijft bestaan maar er geen kans bestaat op het ontwikkelen van hartfalen (bètablokker, verapamil, digoxine)
  • Cardioversie, dit kan op twee manieren. Bij elektrische cardioversie krijgt de patiënt onder narcose een elektrische schok waarmee het atriumfibrilleren wordt omgezet in het gewone (sinus) ritme. Bij chemische cardioversie wordt een medicijn gegeven in een infuus waarmee getracht wordt het normale ritme te herstellen. Hierbij wordt geen narcose gegeven.
  • Ablatie: hierbij wordt getracht de oorzaak van het atriumfibrilleren weg te nemen. Hiervoor worden de vier longaders (longvenen) die in het linker atrium uitmonden, kortstondig verhit (Radiofrequente ablatie) of bevroren (Cryo ablatie). Zie ook Behandelingen voor meer uitleg over ablatie.